Acceptatie en toepassing van interventies
Van innovatie naar praktische toepassing
De kennis die in CLAIRE wordt opgebouwd moet het bedrijfsleven helpen om effectievere ventilatiesystemen en luchtreinigers te ontwikkelen. Maar wat is er voor nodig om te zorgen dat de systemen breed worden toegepast? Zoals vaak bij innovaties speelt et gedrag van de mens, ofwel de psychologie, een grote rol.
Eindgebruikers moeten de innovaties vrij eenvoudig kunnen gebruiken. De innovatie moet daarnaast passen binnen de manier van werken die eindgebruikers gewend zijn en het praktisch nut moet duidelijk zijn: eindgebruikers moeten weten waarom nieuwe technologieën nodig zijn. Bovendien moeten investeringen haalbaar zijn. Daarbij spelen zowel de financiën als de inpasbaarheid in bestaande gebouwen mee.
In de derde onderzoekstroom van CLAIRE verdiepen we ons in de onzekerheden, de opvattingen en het gedrag van eindgebruikers in relatie tot ventilatie en luchtreinigers. Daarnaast onderzoeken we de voorwaarden voor investeringen vanuit beleidsmakers. We brengen in beeld welke motieven en factoren een rol spelen bij het effectief inzetten van ventilatiesystemen en luchtreinigers, bij het risicobewustzijn van eindgebruikers en beleidsmakers, en bij de investeringsbereidheid voor vernieuwende technologie.
Met deze kennis kunnen we aanbevelingen doen om het exploitatieklimaat voor effectieve oplossingen in ventilatie en luchtreiniging te optimaliseren. En dat draagt uiteindelijk bij aan een verhoogd niveau van pandemische paraatheid in basisscholen en verpleeghuizen.
Vragen
Om de benodigde kennissprong te kunnen maken, stellen we ons in deze onderzoekstroom de volgende vragen:
- In hoeverre zijn basisscholen en verpleeghuizen bereid (hogere) eisen aan luchtkwaliteit te stellen? Accepteren ze innovaties voor het verbeteren van luchtkwaliteit en zijn ze bereid deze innovaties in te zetten, ook op langere termijn?
- Kunnen en willen eindgebruikers/beleidsmakers investeren in technieken en systemen? Welke inhoudelijke en bedrijfsmatige afwegingen spelen hierbij een rol?
- Hoe ziet de dagelijkse praktijk in de basisscholen en verpleeghuizen eruit? Welke eisen en voorkeuren hebben gebruikers ten aanzien van bijvoorbeeld (werk)comfort? Wat zijn de verwachte effecten op mensen en werkprocessen als er meer ventilatie of luchtreiniging wordt toegepast?
- Hoe kijken eindgebruikers aan tegen technologische innovatie? Wat bepaalt of ze nieuwe toepassingen al dan niet haalbaar en aantrekkelijk vinden?
Aanpak
In deze onderzoekstroom gebruiken we meerdere kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden. Denk bijvoorbeeld aan vragenlijsten, diepte-interviews, focusgroepgesprekken en creatieve werksessies met verschillende groepen stakeholders. Delen van het onderzoek herhalen we tijdens het project een paar keer. Dit geeft ons meer inzicht hoe acceptatie van innovatieve technologie en de bereidheid deze in te zetten veranderen, wanneer gebruikers Zo kunnen we tussentijds in de andere onderzoekstromen alvast op acceptatie en haalbaarheid testen. Waar zinvol kunnen de andere onderzoekstromen de feedback gebruiken om bij het resterende deel van hun onderzoek.
Werkpakket
Het werk in deze onderzoekstroom is ondergebracht in Werkpakket 7: Acceptatie en haalbaarheid.
Onderzoek
Ventilatie en luchtreiniging voor pandemische paraatheid
In CLAIRE onderzoeken we de mogelijkheden die ventilatie en luchtreiniging bieden om de impact van een pandemie op gezondheid en welzijn te beperken.